Dromen waren voor mensen die nergens in geloofden. Ik droomde
nooit, want wat ik had, was echt. Ik had een huis, wat ik mijn thuis kon
noemen. Ik had een familie die van me hield en mij altijd hielp. Ik had
zoveel, zoveel kon een mens niet eens dromen. En het was zo echt, zo
mooi, bijna te mooi om waar te kunnen zijn.
Jammer genoeg was dat ook zo. Misschien was het toch een droom,
waarin ik leefde. Ik werd ouder en ja, problemen kwamen er. En niet
een paar, maar nee, echt heel erg veel. Ik kon het zelf niet meer aan.
Ik hoopte op een familie die van me hield en die me ook hielpen. Eerst
was het ook zo, gewoon zoals het eerst was. Maar later werd het
steeds minder. Toen ben ik gaan geloven in wat iemand ooit tegen mij
zei: 'Je bent alleen gekomen en je zal ook altijd alleen gaan.''
Het eerste idee wat toen in me opkwam, was ik kan het wel alleen. Ik
wilde dus alleen mijn problemen oplossen. Paar jaar lang geprobeerd
en gehoopt dat het me zou lukken, maar nee. Pogingen tot pogingen
mislukte en nog steeds had ik die familie nodig waarvan ik dacht dat ik
ze kwijt was.
En ja hoor, telkens raak ik verder weg van ze. Telkens gebeuren er
dingen waarvan ik steeds weer een stukje van ze verwijderd ben. Maar
ligt dat dan aan mij? Ligt alles dan aan mij? Klopt het dat ik de
zondebok ben? Hoor ik hier wel? Ja, vragen zonder antwoord. Niemand
kan mij antwoorden geven en ja, dat is vaak wel lastig.
Maar ik zou zoveel tegen je willen zeggen, zoveel. Maar nee, ik ben
geen prater. Misschien over onbelangrijke dingen, maar nooit over wat
ik echt voel. Ik zal niet praten en nee, ik zal het ook nooit gaan doen
ook. Waarom? Zodra ze het weten en te dicht bij je komen, kunnen ze
je er alleen maar meer pijn mee doen. En ja, ik zou het wel kunnen
zeggen, maar het komt toch niet aan.
Een brief zou veel kunnen doen. Maar wie heeft dat lef? Ik niet, maar jij
zelf ook niet. Waarom zou ik het tegen je zeggen, wat ik nou eens voel.
Ik weet zelf dat ik overal een grote teringbende van maak. Ik maak
overal een grote puinhoop van. Raak iedereen en alles kwijt. Alles wat
mij ooit lief was, ben ik al eens verloren. Misschien bestaat mijn leven
daar gewoon uit. Misschien moet ik alles een keer verliezen en het
daarna op me knieen terug proberen te halen. Misschien hoort dat wel
bij mij.
Ik kan het zeggen. Nou ja, zeggen, eigenlijk meer typen. Het zal niet
zijn dat je dit ooit zal lezen. Nee, maar het is er uit. Ik lig iedere avond,
huilend in een bedje, niet mijn eigen bedje. Niet in mijn eigen huis en
niet meer op mijn oude school. Niets is meer wat het was. Tijden
veranderen, mijn leven verandert. Ik heb jullie nog allemaal. Mama,
Papa, Broer, Broertje, Zusje, maar ik raak zover van jullie vandaan.
Vooral van een in het speciaal.
Ik sta er nu alleen voor, maar mama.
Mama, wat mis ik je.
God is love,
Geen opmerkingen:
Een reactie posten