Labels

maandag 21 februari 2011

mama, wat mis ik je.

Dromen waren voor mensen die nergens in geloofden. Ik droomde 
nooit, want wat ik had, was echt. Ik had een huis, wat ik mijn thuis kon 
noemen. Ik had een familie die van me hield en mij altijd hielp. Ik had 
zoveel, zoveel kon een mens niet eens dromen. En het was zo echt, zo 
mooi, bijna te mooi om waar te kunnen zijn. 

Jammer genoeg was dat ook zo. Misschien was het toch een droom, 
waarin ik leefde. Ik werd ouder en ja, problemen kwamen er. En niet 
een paar, maar nee, echt heel erg veel. Ik kon het zelf niet meer aan. 
Ik hoopte op een familie die van me hield en die me ook hielpen. Eerst 
was het ook zo, gewoon zoals het eerst was. Maar later werd het 
steeds minder. Toen ben ik gaan geloven in wat iemand ooit tegen mij 
zei: 'Je bent alleen gekomen en je zal ook altijd alleen gaan.'' 

Het eerste idee wat toen in me opkwam, was ik kan het wel alleen. Ik 
wilde dus alleen mijn problemen oplossen. Paar jaar lang geprobeerd 
en gehoopt dat het me zou lukken, maar nee. Pogingen tot pogingen 
mislukte en nog steeds had ik die familie nodig waarvan ik dacht dat ik 
ze kwijt was. 

En ja hoor, telkens raak ik verder weg van ze. Telkens gebeuren er 
dingen waarvan ik steeds weer een stukje van ze verwijderd ben. Maar 
ligt dat dan aan mij? Ligt alles dan aan mij? Klopt het dat ik de 
zondebok ben? Hoor ik hier wel? Ja, vragen zonder antwoord. Niemand 
kan mij antwoorden geven en ja, dat is vaak wel lastig. 

Maar ik zou zoveel tegen je willen zeggen, zoveel. Maar nee, ik ben 
geen prater. Misschien over onbelangrijke dingen, maar nooit over wat 
ik echt voel. Ik zal niet praten en nee, ik zal het ook nooit gaan doen 
ook. Waarom? Zodra ze het weten en te dicht bij je komen, kunnen ze 
je er alleen maar meer pijn mee doen. En ja, ik zou het wel kunnen 
zeggen, maar het komt toch niet aan. 

Een brief zou veel kunnen doen. Maar wie heeft dat lef? Ik niet, maar jij 
zelf ook niet. Waarom zou ik het tegen je zeggen, wat ik nou eens voel. 
Ik weet zelf dat ik overal een grote teringbende van maak. Ik maak 
overal een grote puinhoop van. Raak iedereen en alles kwijt. Alles wat 
mij ooit lief was, ben ik al eens verloren. Misschien bestaat mijn leven 
daar gewoon uit. Misschien moet ik alles een keer verliezen en het 
daarna op me knieen terug proberen te halen. Misschien hoort dat wel 
bij mij. 

Ik kan het zeggen. Nou ja, zeggen, eigenlijk meer typen. Het zal niet 
zijn dat je dit ooit zal lezen. Nee, maar het is er uit. Ik lig iedere avond, 
huilend in een bedje, niet mijn eigen bedje. Niet in mijn eigen huis en 
niet meer op mijn oude school. Niets is meer wat het was. Tijden 
veranderen, mijn leven verandert. Ik heb jullie nog allemaal. Mama, 
Papa, Broer, Broertje, Zusje, maar ik raak zover van jullie vandaan. 
Vooral van een in het speciaal. 

Ik sta er nu alleen voor, maar mama. 
Mama, wat mis ik je.


God is love,

Geen opmerkingen:

Een reactie posten